Waarom vliegen vogels tegen glas aan?

Vogels begrijpen glas niet zoals wij dat doen. Waar wij reflecties van bomen zien, zien zij eenvoudigweg bomen. Waar wij een vast oppervlak zien dat binnen van buiten scheidt, zien zij open ruimte. Wij herkennen (meestal) aanwijzingen zoals kozijnen, maar vogels niet.

De twee voornaamste oorzaken van botsingen met glas zijn reflectie en transparantie, omdat ze spiegelbeelden niet herkennen en doorzichtige glas niet zien.

Reflectie

Vogels worden misleid door spiegelbeelden van hun omgeving, zoals bomen, struiken, water en open lucht.

Omdat dergelijke reflecties niet voorkomen in de natuur (behalve op vlak water), kunnen vogels geen onderscheid maken tussen illusie en werkelijkheid.

Vooral spiegelglas is gevaarlijk, maar alle glas is reflecterend, afhankelijk van de lichtomstandigheden.

Transparantie

Vogels botsen wanneer ze proberen naar bomen, struiken of de open lucht aan de andere kant van glas te vliegen. Ze kunnen niet weten dat er een transparante barrière in de weg staat.

Voorbeelden hiervan zijn hoekramen, parallelle ramen, doorzichtige balustraden, windschermen, loopbruggen en gangen, en bushokjes.

Vogels die op zoek zijn naar plekken om te rusten, eten of zich te verstoppen, worden ook aangetrokken door kamerplanten, groene muren en andere vegetatie die zichtbaar is door glas.

BELANGRIJK: Glas hoeft niet helder te zijn om vogels te misleiden. Getint glas, of het nu transparant of reflecterend is, is even gevaarlijk. Kantelde glas is ook geen effectieve oplossing.

Andere factoren die de kans op vogelbotsingen beïnvloeden zijn:

Lichtvervuiling

Veel vogels migreren ’s nachts en gebruiken de maan en sterren om te navigeren. Kunstmatige verlichting desoriënteert en verwart hen, waardoor ze de stad in worden getrokken. Sommigen kunnen ’s nachts tegen glas botsen, maar de meeste botsingen vinden plaats na zonsopgang, wanneer vogels beginnen met foerageren en als ze proberen hun weg uit de stad te vinden.

Tijd van het jaar

Botsingen komen het hele jaar door voor, maar pieken tijdens de lente- en herfstmigratie, wanneer veel meer vogels door bebouwde gebieden trekken.

Weer

Windrichting, temperatuur, luchtdruk en bewolking beïnvloeden migratiepatronen en de hoogte waarop vogels vliegen.

Andere variabelen

De kans op botsingen varieert tussen vogelsoorten, afhankelijk van hoe hoog en hoe snel ze normaal gesproken vliegen, evenals verschillen in zicht. Trekvogels zijn kwetsbaarder omdat ze minder bekend zijn met door mensen gebouwde structuren, en onervaren juveniele vogels hebben meer kans op een botsing dan volwassen dieren.

Foto van Depot Boijmans Van Beuningen, Rotterdam: Hetty Kroese-Hoedeman